
Jurisprudentie
BH3530
Datum uitspraak2008-10-31
Datum gepubliceerd2009-02-24
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers150183 / KG ZA 08-493
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-02-24
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers150183 / KG ZA 08-493
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verstek. Ondeelbaar werk in de zin van de Auteurswet (1912).
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 150183 / KG ZA 08-493
Vonnis in kort geding van 31 oktober 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. drs. J.J. Zijlstra,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. De door eiser betrokken stellingen en de aan de vordering ten grondslag gelegde rechtsgronden blinken niet uit in duidelijkheid. Uit die stellingen volgt, naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter, niet dat eiser de enige auteursrechthebbende is van het werk.
2.2. Met name op grond van de verklaring van [A] kan, als niet weersproken, echter wel worden aangenomen dat de samenwerking tussen partijen, [A] en zijn “associate” heeft geresulteerd in een ondeelbaar werk (in de zin van de auteurswet) van meerdere makers, waaronder eiser. Daaruit volgt dat eiser (tenminste) deelgenoot is in het auteursrecht dat op het werk rust. Op grond van artikel 3:169 BW is hij dus (tevens) gerechtigd tot het gebruik van het in de gemeenschap vallende auteursrecht. Tot dat gebruik kan, naar de voorzieningenrechter begrijpt, ook worden gerekend: het gebruik van de gegevensdrager van het werk, namelijk de videobanden. Nu gesteld noch gebleken is dat het gebruik van de videobanden niet te verenigen is met het (mogelijke) recht dat gedaagde heeft en overigens de vordering evenmin ongegrond of onrechtmatig voorkomt, is zij toewijsbaar. De gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd.
2.3. Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,44
- betaald vast recht 63,50
- in debet gesteld vast recht 190,50
- salaris advocaat 527,00
Totaal EUR 866,44
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. veroordeelt gedaagde om eiser in het bezit te stellen van negen videobanden met in New York gemaakte opnamen in de periode van 23 november 2007 tot 6 december 2007, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 met een maximum van EUR 10.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat gedaagde hiermee in gebreke blijft;
3.2. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op EUR 866,44, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer [nummer] ten name van MvJ Arrondissement Zwolle onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer,
3.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.A.M. Schreuder en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2008.